- De ECB en de Bank of Canada verlaagden deze week de beleidsrente, terwijl de inflatie nog niet echt onder controle lijkt.
- De Federal Reserve lijkt ook aan te sturen op een renteverlaging en dat perspectief geeft vooral techaandelen een steun in de rug.
- Beursexperts Michael Nabarro en Gökhan Erem laten zien hoe bij dit alles één aandeel het speelveld bepaalt. Nvidia mag zich zo langzamerhand de Magnificent 1 noemen.
ANALYSE – De beursweek zat vol macrocijfers die voor de VS per saldo wezen op een verzwakking van de economie, ondanks het ogenschijnlijk sterke banenrapport van afgelopen vrijdag.
Het officiële banenrapport over de maand mei toonde weliswaar een sterker dan verwachte groei van het aantal nieuwe banen in de VS, met een plus van 272.000. Maar tegelijk liep de Amerikaanse werkloosheid op naar 4 procent.
Wat de banenontwikkeling betreft, moet bovendien worden meegenomen dat de groei al een jaar lang vooral parttimebanen betreft, terwijl het aantal vaste banen in de VS afneemt. Dat is te zien in onderstaande grafiek.
Verder zijn er behoorlijke verschillen tussen de officiële banencijfers en de enquêtes onder Amerikaanse huishoudens over de werkgelegenheid.
In de onderstaande grafiek is te zien dat de banencijfers (groene lijn) een veel rooskleuriger beeld laten zien dan de peilingen over de werkgelegenheid (rode lijn).
Daarbij geldt dat banencijfers in tweede instantie vrijwel steevast neerwaarts worden bijgesteld en naar verwachting zal dat met de cijfers van mei niet anders zal zijn.
Eerder in de week bleek uit vacaturecijfers dat er in april ongeveer 8,1 miljoen vacatures open stonden in de VS, het laagste niveau in meer dan drie jaar. Verder toonde het alternatieve banenrapport van salarisverwerker ADP een groei van het aantal nieuwe banen met 152.000 in mei, terwijl de markt rekening hield met een plus van ongeveer 175.000 banen. Minder dan verwacht dus.
Het beeld op de Amerikaanse arbeidsmarkt wordt er hiermee niet per se beter op. Echter, als je kijkt naar de inflatierisico's vanuit de arbeidsmarkt, dan viel bij het officiële banenrapport van vrijdag op dat de uurlonen in de VS op maandbasis met 0,4 procent zijn gestegen in mei, tegen een plus van 0,2 procent een maand eerder, De stijging van mei was bovendien sterker dan verwacht. En daar zit de Federal Reserve natuuriljk niet op te wachten.
Per saldo kan de Amerikaanse centrale bank dus nog niet gerust zijn dat de inflatie voldoende afkoelt. In eerdere bijdragen hebben we in dit verband al eens gewezen op de extreem losse financiële condities in de VS, als je verder kijkt dan alleen de beleidsrente van de Amerikaanse centrale bank.
Hieronder zie je dat aan de hand van de Goldman Sachs Financial Conditions Index, een brede maatstaf voor de beschikbaarheid van krediet en het sentiment op aandelenmarkten.
Centrale banken gaat losser om met doelstelling van 2% inflatie
Een andere opmerkelijke ontwikkeling is dat centrale banken van de G7-landen officieel weliswaar aan de inflatiedoelstelling van 2 procent vasthouden, maar dat ze daar in de praktijk niet altijd naar lijken te handelen.
Het begon van de week met de Bank of Canada die de beleidsrente voor het eerst in vier jaar verlaagde van 5 procent naar 4,75 procent, terwijl de inflatie in Canada rond de 2,7 procent noteert. De Canadese inflatie koelt weliswaar af, maar de 2 procent is nog niet behaald.
Donderdag verlaagde ook de ECB de beleidsrente met 0,25 procentpunt, terwijl de kerninflatie in de eurozone nog steeds rond de 3 procent ligt.
Opvallend was dat de economen van de ECB de prognose voor de inflatie in 2024 hebben verhoogd naar 2,5 procent, terwijl dit eerder 2,3 procent was. Ook de inflatieprognose voor 2025 ging omhoog. De ECB verlaagt dus de rente, terwijl het uiterst onzeker is of de inflatie in de eurozone richting de 2 procent gaat zakken.
De vraag is uiteraard hoelang de Federal Reserve achterblijft bij de beweging van andere centrale banken. Als duidelijk wordt dat eerder benoemde problemen onder de motorkap van de Amerikaanse economie naar de oppervlakte komen, is de kans groot dat de Fed zich in juli of september voor een renteverlaging zal kiezen.
Hoewel de kerninflatie in de VS vooralsnog blijft steken op 2,8 procent, lijkt het erop dat de Fed niet al te lang gaat wachten met renteverlagingen, nu de Amerikaanse economie toch begint af te koelen.
Rust op de rentemarkt speelt tech in de kaart: Nvidia klasse apart
Er zit dus een golf van renteverlagingen van centrale banken aan te komen. Tegen die achtergrond is het geen verrassing dat de S&P 500-index en Nasdaq deze week nieuwe recordstanden hebben bereikt. Hetzelfde geldt overigens voor de AEX in Amsterdam.
Die recordjacht op aandelenmarkten vindt plaats onder de bezielende leiding van de grote technologiebedrijven, die beleggers dit jaar naast sterke groeiperspectieven ook nog eens kunnen trakteren op de inkoop van eigen aandelen voor honderden miljarden dollars. Bovendien hebben deze bedrijven een ijzersterke balans en beschikken ze over prijsmacht, waarmee ze minder conjunctuurgevoelig zijn.
Het vooruitzicht van lagere beleidsrentes werkte deze week ook door op de rentemarkten, hoewel er vrijdag even een kink in de kabel kwam. Hieronder zie je de grafiek van de 30-jaars staatsobligatie uit de VS, die tegengesteld beweegt aan de rente.
Hier zien we dat er na de stijgende koersbeweging vanaf november 2023 tot begin dit jaar (die dus gepaard ging met een daling van de rente), er in de eerste maanden van dit jaar een koersterugval heeft plaatsgevonden. Maar sinds mei is de koers van de 30-jarige obligatie bezig met de vorming van de eerste hogere bodem. Het proces is nog maar pril, maar vormt een goede stap in de richting van een verdere koersstijging en daarmee lagere rentes in de tweede helft van het jaar.
De relatieve rust op het rentefront en de verwachting van dalende rentes later dit jaar spelen de door techfondsen gedomineerde Nasdaq 100-index in de kaart. Deze index deed er deze week nog een schepje bovenop, zoals te zien is in de onderstaande grafiek.
Echter, als we onder de oppervlakte kijken, lijkt de situatie toch weer sterk op die van 2023. De stijging wordt opnieuw gedragen door een handjevol aandelen.
Afgelopen jaar werd er veel gesproken over de "Magnificent 7" die de markt domineerden, ofwel Apple Amazon, Google Microsoft, Meta, Tesla en Nvidia. Maar wellicht is de Magnificent 1 inmiddels een betere naam en dan hebben we het uiteraard alleen over chipfabrikant Nvidia.
Het aandeel Nvidia is de afgelopen maanden maar liefst 145 procent gestegen. Het onderstaande plaatje spreekt wat dit betreft boekdelen. Nvidia is goed voor ongeveer een derde van de stijging van de S&P 500-index in de afgelopen vijf maanden. En met nog drie bedrijven erbij is de helft van de stijging van de S&P 500 verklaard.
Het zal je dan ook niet verbazen dat de stijging van het aandeel Nvidia nog iets steiler verloopt dan bij de Nasdaq-100 index, zoals hieronder te zien is bij de grafiek van Nvidia. Het aandeel werd vrijdag nabeurs overigens in de verhouding van 10 op 1 gesplitst.
Zo blijkt dat geldstromen op de aandelenmarkt hun eigen weg volgen, terwijl de economische vooruitzichten vertroebelen en de meeste bedrijvigheid daaronder te lijden zal hebben.
De selecte groep van winnaars op de beurs kan zich echter onttrekken aan het bredere sentiment in de economie, zeker nu de stijging van de rente die eerder dit jaar zichtbaar was, tot rust komt. Volgende week gaan we zien hoe de Federal Reserve hiermee omgaat.
Michael Nabarro, Chartered Market Technician (CMT), Gökhan Erem, ook CMT, zijn onafhankelijke beleggingsspecialisten die beide meer dan 25 jaar werkzaam zijn in de financiële sector. Met gedegen kennis en ruime ervaring bedienen zij professionele en particuliere beleggers aan de hand van hun methodisch onderbouwde, actieve beleggingswijze.
Deze column bevat meningen en bevindingen van de auteurs. De financiële waarden die in dit schrijven genoemd worden kunnen onderdeel uitmaken van de beleggingen van de auteurs als ook van hun relaties.
Deze column is niet bedoeld als advies in enige vorm en dient als niet-gepersonaliseerde informatie over de financiële markten.